top of page

Familie Witjes.

Op de PC webversie staat uitgebreide informatie over vind plaatsen en de vlinders

Het Klein Koolwitje.

Klein koolwitje komt overal voor, in vochtige terreinen zoals moerassen, in hooilanden, bosranden, graslanden, tuinen en heiden. De vlinders vliegen van begin april tot eind september in drie generaties. in sommige koele en natte jaren vliegt de soort slechts in twee generaties.

​

Imago 

Bij de mannetjes van de eerste generatie ontbreken vaak de zwarte stippen op de bovenkant van de voorvleugels. De mannetjes en vrouwtjes van de tweede generatie zijn vaak iets groter en opvallender getekend.

Klein koolwitje10.jpg
Klein koolwitje22.jpg
klein koolwitje1.jpg

Het Klein Geaderd witje

De vlinder wordt vaak in tuinen en parken waargenomen, maar lijkt een sterkere voorkeur voor vochtige terreinen zoals moerassen te hebben dan de andere witjes. In de vlucht is de vlinder moeilijk de onderscheiden van het klein koolwitje. In warme jaren vliegen de vlinders van begin april tot eind september in drie generaties. De tweede en derde generatie overlappen elkaar.

​

Imago 

De generaties van het voorjaar en de zomer variëren, maar de verdikte driehoeken aan de uiteinden van de aders zijn altijd te zien op de bovenkant van de voorvleugels.

kleingeaderd witje5.jpg
kleingeaderd witje.jpg
kleingeaderd witje7.jpg

De Citroenvlinder.

Deze algemene vlinder komt verspreid over Nederland voor op zonnige plaatsen in open bos en langs bosranden. De overwinterende vlinders leven lang en komen op warme dagen in februari en maart tevoorschijn. De paring vindt plaats in het voorjaar waarna sommige vlinders leven tot juli. Bij minder goed weer tijdens de overwintering vindt er een opmerkelijke transformatie plaats als de vleugels lijken te verdwijnen terwijl de perfecte gecamoufleerde vlinder tussen de blaadjes hangt.

​

Imago 

Ondanks het duidelijke verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is er weinig variatie tussen individuen. 

citroenvlinder22.jpg
citroenvlinder.jpg
citroenvlinder17.jpg

Het Oranjetipje

Het zien van het eerste mannetje van het oranjetipje is ieder jaar weer een mooi moment voor vlinderliefhebbers. Deze charmante lentevlinder komt voor op beschutte plaatsen in vochtige hooilanden en zonnige ruigten in bosranden waar de waardplant groeit. Het vrouwtje is minder opvallend dan het mannetje. Zij mist de kenmerkende oranje vleugelpunten. Het vrouwtje deelt echter wel de geelgroene, gemarmerde onderkant van de achtervleugel. De vlieg tijd is Half april tot eind mei in één generatie. Het vrouwtje besteedt veel tijd aan het drinken van nectar; het mannetje wordt vaak patrouillerend waargenomen.

​

Imago

Het mannetje kan met geen andere vlinder worden verward. Het vrouwtje lijkt op andere witjes, en kan het best worden onderscheiden op basis van de onderkant van de achtervleugels. 

Mannetje

Oranjetipje12.jpg
Oranjetipje22.jpg

Vrouwtje

Oranjetipje24.jpg
Oranjetipje23.jpg

De Gele Luzernevlinder

De Gele Luzernevlinder is een schaarse trekvlinder die in wisselende aantallen per jaar in Nederland wordt waargenomen. Ze vliegen ieder voorjaar vanuit Zuid- en Midden-Europa naar het noorden. De eerste vlinders arriveren in mei en juni in ons land. de volgende generatie vliegt van begin juli tot eind oktober, aangevuld met nieuwe immigranten. Ze worden gezien op allerlei open terreinen zoals bloemrijke graslanden, bermen, dijken, braakliggend terrein en klaverakkers. 

Gele Luzernevlinder.jpg

Het Boswitje

Het fragiele boswitje is de kleinste vlinder van alle witjes. Een uiterst zeldzame standvlinder die vooral voorkomt in enkele groeves in Zuid-Limburg, al wordt hij ook wel eens daarbuiten gezien. Het leefgebied kan verder bestaan uit warme, open plaatsen in bossen, bredere bospaden en zonnige bosranden. De vlinders vliegen van eind april tot begin juni en eind juni tot half augustus in twee generaties. 

​

Imago

mannetjes hebben donkerdere vlekken op de vleugels dan de vrouwtjes. De voorvleugels van de vrouwtjes zijn breder.

DSC_3528.jpg

De Oranje Luzernevlinder

Een bekend, maar onvoorspelbare trekvlinder in Nederland. De oranje luzernevlinder arriveert in sommige jaren in grote aantallen terwijl ze naar het noorden trekken. In de meeste jaren arriveren er echter maar een paar vlinders uit het zuiden, en worden dan in de zomer gezien in open, kruidenrijke terreinen, zoals bloemrijke graslanden. 

De eerste vlinders arriveren in mei en juni vanuit Noord-Afrika en Zuid-Europa. De volgende generaties vliegen van begin augustus tot eind oktober.

​

Imago

De bovenkant van de vleugels is oranjegeel. Het mannetje heeft een stevige, duidelijke zwarte rand van de vleugels. Bij het vrouwtje is deze minder stevig en ontbreekt zelfs bij de achtervleugel.

DSC_3649.jpg
DSC_3643.jpg
bottom of page