
Familie Dikkopjes.
Op de PC webversie staat uitgebreide informatie over vind plaatsen en de vlinders
Het Groot Dikkopje.
Het groot dikkopje is een algemene, mobiele vlinder die leeft in allerlei beschutte, vrij vochtige graslanden en ruigten, zoals vochtige heide met pijpenstrootje, grazige ruigten in graslanden, open plekken in bossen en langs bosranden. Het goot dikkopje is over de hele twintige eeuw stabiel gebleven in Nederland. De vlinder vliegt van begin juni tot half augustus in één generatie.
De mannetjes voeren 's morgens vaak patrouillevluchten uit. 's Middags vertonen ze territoriaal gedrag. Het vrouwtje spendeert veel tijd aan rusten in de zon.
​
Imago
De onderkant van de achtervleugel is geelachtig met lichte vlekken. Het mannetje heeft op de bovenkant van de voorvleugel een duidelijke geurstreep. Het vrouwtje is over het algemeen groter.



Het Zwartsprietdikkopje.
Deze kleine, algemene vlinder komt vrijwel overal in Nederland voor. Hij is alleen wat schaarser in delen van Nederlandse rivierengebied. De Nederlandse verspreiding is nauwelijks veranderd in de periode van 1900 tot 1990, maar daarna breidde de soort zich uit. Het Zwartsprietdikkopje verschijnt in juli en vliegt tot eind augustus.
​
Imago
Het mannetje heeft korte rechte, onopvallende geurstrepen die evenwijdig lopen aan de aders op de voorvleugel. De vleugels zijn lichtbruin tot geel zonder tekening op de bovenkant van de vleugels. Op de onderkant van de voorvleugels heeft de vleugelpunt dezelfde kleur als de rest van de vleugel. De uiteinde van de antennen zijn altijd zwart.
Deze



Het Geelsprietdikkopje.
Een vrij zeldzame vlinder die vooral voorkomt in het oosten van Nederland (vooral Drenthe, de Veluwe en Zuid-Limburg). Het verspreidingsgebied is sinds de jaren negentig van de vorige eeuw langzaam maar gestaag kleiner geworden. Deze soort wordt vaak verward met het Zwartsprietdikkopje.
Het Geelsprietdikkopje onderscheidt zich door de geel-bruine onderkant van het uiteinde van de antenne.
De vlinder vliegt van half juni tot eind augustus.
​
Imago
Het mannetje heeft onopvallende, licht gebogen geurstrepen. Het vrouwtje is helder oranje maar de onderkant van beide geslachten is hetzelfde met weinig variatie tussen individuen.



Het Kaasjeskruiddikkopje.
In Nederland wordt de zeer mobiele vlinder zeer onregelmatig gezien en plant deze zich sinds 2009 weer voort in Zuid-Limburg. De soort komt voor in droge, warme schaars begroeide graslanden, ruigten en bermen. De vlinders vliegen van eind april tot begin september in twee generaties, soms drie. Ze hebben grovere tekening op de bovenkant van de vleugels dan het gelijkende bruin dikkopje. De vrouwtjes zetten de eitjes afzonderlijk af op de bovenkant van bladeren van diverse soorten kaasjeskruid.
​
Imago
Het vrouwtje is groter dan het mannetje.



Het Bruin dikkopje.
Dit actieve, kleine dikkopje komt tot leven in de zon en vliegt dan laag over de vegetatie. Een uiterst zeldzame standvlinder die in Nederland zeer sterk achteruit is gegaan. In het begin van de twintigste eeuw was het bruin dikkopje vrij algemeen op veel zandgronden verspreid over het land. Sinds 1960 komt het bruin dikkopje alleen nog voor in Limburg en op dit moment zijn er nog slechts enkele kalkgraslandjes in Zuid-Limburg waar deze soort wordt waargenomen.
Het Bruin dikkopje vliegt van begin mei tot half juni in één generatie.
​
Imago
Mannetjes en vrouwtjes lijken sterk op elkaar, hoewel het mannetje een rij geurschubben heeft op de voorvleugel.
